Lizette van Veen-Berkx: Operatiekamers beter benut

11-07-2017

In een tijd waarin ziekenhuizen op hun uitgaven moeten letten, is het slim omgaan met kostbare OK-tijd een belangrijke factor. Lizette van Veen-Berkx onderzocht hoe de Nederlandse universitair medische centra (UMC’s) door middel van benchmarking tot verbeteringen komen in de benutting van hun OK’s.

 

Een nauwkeurige planning van operaties is belangrijk voor patiënten, het personeel en de bedrijfsvoering. Daarnaast moet er ruimte zijn voor de behandeling van spoedgevallen. Hoe ga je als organisatie efficiënt om met de OK-tijd? Dat is een onderwerp waar elk ziekenhuis mee kampt, en waarin ze dus van elkaar kunnen leren. Door middel van benchmarking van hun OK-data kunnen de acht Nederlandse UMC’s hun bedrijfsvoering voortdurend verbeteren. Op basis van mijn onderzoek doe ik vier aanbevelingen voor het verbeteren van het benutten van de OK-tijd.

 

1: Reëel plannen

Ondanks een strakke planning staan OK’s te vaak leeg. Het gaat mis als wisseltijden langer vergen dan gedacht of bij leegstand aan het einde van de dag, als de operatie eerder eindigt dan gepland of een laatste operatie onverhoopt wordt afgezegd. Uit de data blijkt dat de planning overall kan verbeteren wanneer voor de anesthesietijd 33 procent van de chirurgische tijd wordt opgeteld bij de reeds geplande chirurgische tijd. Reëel plannen van zowel de anesthesietijd als de chirurgische tijd vermindert afgezegde operaties en versoepelt de OK-workflow.

 

2: Op tijd starten

Jaarlijks “verdwijnt” in alle UMC’s samen bijna 10.000 uur aan OK-tijd door het te laat starten van de eerste operatie op het programma. Deze vertraging kan significant verminderen, als OK-teams regelmatig worden geïnformeerd over en aangesproken op het te laat starten. Ook afspraken met de IC over tijdelijke extra capaciteit en met de operatieassistent over het transport van de patiënt naar de OK, verminderen de vertraging aan het begin van de dag.

 

3: Multidisciplinaire teams

Een betere benutting van de OK’s, een stabielere en meer voorspelbare planning én verbeterde kwaliteit en veiligheid van de zorg: dat klinkt ziekenhuizen als muziek in de oren. Multidisciplinair teamwork in de bedrijfsvoering van OK’s heeft deze effecten. Multidisciplinaire teams, bestaande uit een anesthesioloog, chirurg, planner, operatieassistenten, anesthesiemedewerkers en verpleegkundigen van de verkoeverkamer en kliniek, maken en evalueren samen de OK-planning. Zo werken ze ook samen aan het signaleren en oplossen van knelpunten.

 

4: Aangewezen spoed-OK

Spoedgevallen: het ene ziekenhuis houdt capaciteit vrij in het electieve OK-programma, het andere houdt er een spoed-OK voor leeg. De tweede methode lijkt te prefereren. De netto benutting van de electieve OK’s neemt toe en het percentage afgezegde operaties wegens spoed neemt af als er een dedicated spoed-OK is.

Stof tot nadenken

De UMC’s hebben dankzij benchmarking veel kennis gedeeld en ook op onderdelen echt van elkaar geleerd, verbeterideeën van elkaar overgenomen en deze succesvol geïmplementeerd. “Goed voorbeeld doet volgen” is echter niet zo vanzelfsprekend als we graag zouden willen. Er zijn een boel mooie voorbeelden te noemen waar weinig mee is gedaan. Bereidheid om te participeren en investeren is prachtig; zonder de bereidheid om te leren verandert er echter niets. Als ik iets heb geleerd van mijn jaren als projectleider is het wel hier veel meer aandacht aan te geven.

Terug