Wilma van der Scheer: Het delen van ervaringen

19-01-2018

Zomaar een dag in november

Ervaringen delen met ministers en staatssecretaris 

 

Op 7 november had ik het voorrecht de drie pas geïnstalleerde bewindslieden van VWS te ontmoeten. Ik was uitgenodigd voor een bijeenkomst met een select groepje patiënten, cliënten en mantelzorgers. Ik zat er dus niet als directeur van Erasmus Centrum voor Zorgbestuur maar als moeder en mantelzorger. Hugo de Jonge, Bruno Bruins en Paul Blokhuis waren benieuwd hoe de aanwezige ervaringsdeskundigen het beleid ervaren. 


Gezien het strakke programma had ik mij voorgenomen drie concrete punten te benoemen waar mijns inziens de zorg beter én efficiënter kan en maar heel kort iets te vertellen over onze persoonlijke situatie. Het voorstelrondje, dat 20 minuten zou beslaan, liep echter volledig uit de hand. Onbedoeld vertelde ook ik veel meer over onze persoonlijke situatie dan ik mij had voorgenomen. Het liet de bewindspersonen niet koud en mij ook niet. 

 

Anders dan in mijn dagelijks werk, waar ik vaak voor uiteenlopende groepen sta om een lezing te houden, een verhaal te vertellen of een discussie te leiden, werd ik hier uitgenodigd om iets te vertellen dat heel persoonlijk is. Iets waar ik op zich geen geheim van maak maar dat ik ook weer niet zomaar op tafel leg. Af en toe kwam ik niet goed uit mijn woorden en raakte ik ook geëmotioneerd, niet alleen door mijn eigen inbreng maar vooral ook door de reacties van de anderen.

 

Achteraf was ik bekaf en twijfelde ik sterk of ik er wel goed aan had gedaan. Wat kan zo’n minister of staatssecretaris nu met zo’n verhaal? Een verhaal uit velen toch? Een van de andere (beduidend meer ervaren) patiëntvertegenwoordigers zei dat het juist goed was dat ik mijn emoties liet zien, zij was zeer te spreken over mijn bijdrage. ‘Juist door jouw persoonlijke en eerlijke bijdrage heb je meer kans dat er iets mee gebeurt. Hier kunnen ze toch moeilijk omheen,’ zei zij. 

 

Een persoonlijk verhaal zet in beweging

En natuurlijk heeft zij gelijk. In mijn rol als programmadirecteur zorg ik juist systematisch voor ruimte voor de eigen verhalen van onze deelnemers en sprekers. De narratieve kant van verantwoording staat hoog op onze agenda. We zien dat op meer plekken gebeuren: inspecties maken meer werk van de verhalen en belevingen van cliënten en verlaten zich niet uitsluitend op de uitkomsten van enquêtes. Ook voor bestuurders blijken persoonlijke verhalen een belangrijke bron van informatie en inspiratie, en medebepalend voor de koers die ze willen varen met hun organisatie. Uit ons laatste enquêteonderzoek onder zorgbestuurders blijkt dat bestuurders meer belang hechten aan het directe contact met patiënten en cliënten dan aan de contacten met de patiënten- en cliëntenraad. 


In onze programma’s werken wij ook samen met ervaringsdeskundigen. We hebben het met hen over shared decision making, gastvrijheid of persoonsgerichte zorg. Zij zeggen: dit is mij overkomen, dit heeft het met me gedaan, als je wilt mag je het gebruiken voor je werk, maar het hoeft niet. 
Maar wat eigenlijk nog veel belangrijker is, is dat zij de aanwezigen uitdagen hun eigen ervaringen te delen, hoe lastig ook, en zich af te vragen wat die ervaringen betekenen voor hoe zij in hun werk staan. 

 

Die dag in november liet mij niet onberoerd. Ik heb de kracht en de waarde van het delen van ervaringen opnieuw ondervonden. Plus, de ministers en staatssecretaris zullen me niet gauw vergeten, en je weet maar nooit wanneer dat nog van pas komt.

 

Deze column verscheen eerder in onze nieuwsbrief Podium

Terug