Een zorgbestuurder benoemen: een gewaagde beslissing

Bij de benoeming van een zorgbestuurder staat veel op het spel. Raden van toezicht streven naar een zo groot mogelijke legitimiteit voor de nieuwe bestuurder. Toch nemen ze onbedoeld risico’s, signaleren Maartje Derks en Kor Grit.

 

Benoemingen van zorgbestuurders vinden plaats in een ongewone setting. Strategische beslissingen zijn normaal gesproken het domein van de raad van bestuur. Bij een bestuursbenoeming staat opeens de raad van toezicht aan het roer en is deze verantwoordelijk. Daarnaast vindt de besluitvorming plaats achter gesloten deuren; vertrouwelijkheid is voor kandidaten een belangrijke voorwaarde om mee te doen. Hierdoor weten betrokkenen binnen de organisatie niet welke argumenten meespelen in de selectie. Om het nog lastiger te maken, ontbreekt een duidelijk en maatschappelijk geaccepteerd beoordelingskader. Wat moet een goede zorgbestuurder doen en kunnen?

 

Geen gebaande paden

Kortom, beslissingen over een bestuursbenoeming verlopen niet volgens de gebaande paden van reguliere besluitvorming. Daardoor kan de legitimiteit ervan ter discussie staan. Raden van toezicht zijn zich daarvan bewust, constateren wij in ons onderzoek in opdracht van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur. Drie zorgorganisaties boden ons een unieke kans om een normaal besloten keuzeproces van binnenuit te bekijken en onderzoeken.

 

Onbedoelde risico’s

Vanuit hun streven naar legitimiteit richten raden van toezicht het benoemingsproces zo rationeel en effectief mogelijk in, zodat de beste kandidaat gevonden kan worden. Ze organiseren inspraak om draagvlak voor de beslissingen te scheppen.

 

Toch laten ze ook kansen liggen en nemen ze onbedoeld risico’s. Het is verleidelijk de inspraak beperkt te houden, want beslissen gaat sneller en effectiever als niet iedere belanghebbende uitvoerig meepraat. Het gevaar bestaat echter dat niet alle argumenten van belanghebbenden zichtbaar worden. Daarmee gaat een unieke gelegenheid verloren voor de raad van toezicht, die normaal op meer afstand staat, om zelf een goede kijk te nemen in de organisatie. Een kijk die essentieel kan zijn in de keuze voor een nieuwe bestuurder.

 

Collega-bestuurder

Kansen en risico’s zijn er vooral rond de rol van de collega-bestuurder en het managementteam. Formeel hebben zij geen bevoegdheden in het besluitvormingsproces, terwijl zij er grote belangen bij hebben. Zij gaan het meest direct samenwerken met de nieuwe bestuurder. Het topmanagement beschouwt zichzelf als deskundig en is gewend strategische beslissingen te nemen. Raden van toezicht zien echter ook het gevaar dat de zittende leiders op zoek gaan naar eenzelfde type persoon, met eenzelfde stijl en visie als zijzelf. Veel of weinig inspraak van het topmanagement kan hoe dan ook enorme gevolgen hebben, gewenst of ongewenst. Het is belangrijk dat een raad van toezicht zich dit realiseert en bewust besluit hoe hiermee om te gaan.

 

Zo zijn er tal van keuzemomenten waarop reflectie wenselijk is. Het boek Een zorgbestuurder benoemen: een gewaagde beslissing geeft een beeld van deze keuzemomenten en de mogelijke afwegingen. Het laat zien wat er achter de gesloten deuren plaatsvindt. Hiermee willen we raden van toezicht, bestuurders en andere betrokkenen praktische handvatten bieden om beslagen ten ijs te komen bij de zoektocht naar een nieuwe bestuurder.

 

Het onderzoek is in opdracht van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur uitgevoerd door drs. Maartje Derks en dr. Kor Grit. Maartje Derks is als adviseur verbonden aan het NZi. Kor Grit is universitair docent bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg.