Afscheidssymposium Marlies Ott: Hoe collegiaal wil je zijn?


Collegialiteit klinkt positief en vanzelfsprekend. Maar als je beter kijkt, is het een intrigerend thema. Collegialiteit kan moeizaam zijn. Het kan ontaarden in loyaliteit of gezapigheid. Het heeft ook met vertrouwen te maken en met elkaar corrigeren om samen beter te worden. Marlies Ott koos het als thema voor het afscheidssymposium van de Top Class vanwege haar pensionering.


Wat valt er nou te zeggen over collegialiteit? Veel, blijkt, want bij de op het symposium aanwezige zorgbestuurders werpt het thema herkenbare vraagstukken op. Wanneer je bijvoorbeeld doorgroeit in de organisatie van ‘collega op de werkvloer’ naar leidinggevende bestuurder, hoe ga je dan om met de belangenverschillen tussen mensen in verschillende hiërarchische posities, wat deel je wel en niet met elkaar? Ruim honderd (oud-) collega’s, (zakelijke) vrienden en deelnemers van de Top Class van de afgelopen zeventien jaar kwamen op 3 oktober bijeen om samen stil te staan bij het thema collegialiteit. Een begrip waar Marlies Ott al in 1985 mee bezig was voor haar promotieonderzoek Kroonprinsen en Assepoesters. Dat onderzoek ging over mannen in het ‘vrouwenberoep’ verpleging en vrouwelijke politieagenten met vooral mannelijke collega’s. Het viel haar op dat collegialiteit ook met macht te maken heeft. Om echt collegiaal te zijn is gelijkwaardigheid belangrijk. Een ‘wij-gevoel’ ontstaat moeilijker wanneer er collega’s zijn die een mindere status hebben. Als dat ‘wij-gevoel’ er is, kan collegialiteit een verdedigingsmechanisme zijn bij onzekerheid of gevaar van buitenaf. 


Schouder aan schouder

Een organisatie bij uitstek waar de linies zich sluiten bij gevaar, is de politie. Anja Schouten, politiechef van de eenheid Noord-Holland vertelt in haar gesproken column hoe de politie als organisatie is ingericht op het bestrijden van crisissen. Bij grote vraagstukken gaan ‘de collega’s’ schouder aan schouder staan en worden de rollen overzichtelijk verdeeld. Zo is het zelfs met een bestuur dat zeventien leden telt mogelijk om snel beslissingen te nemen. ‘Dat is heel prettig werken onder druk’, vertelt Schouten. Als voormalig bestuurder in de zorg weet ze dat het in deze sector heel anders is, omdat de structuren anders zijn. We werken in netwerken, maar hoe ziet de collegialiteit tussen zorgbestuurders van verschillende organisaties eruit? Als er problemen zijn, wie gaat er dan pal voor de hele sector staan? De collegialiteit bleek volgens Schouten niet goed genoeg om de rijen te sluiten, toen enkele jaren geleden de ‘zwarte lijsten’ werden opgesteld voor de verpleeghuiszorg. Maar de samenleving vraagt steeds meer om samenwerking, dus we zullen nieuwe vormen van collegialiteit tussen bestuurders gaan zien.


Voordoen
Geef het goede voorbeeld, zegt Joris van Eijck, directeur zorg bij Menzis. Hij definieert collegialiteit als: je collega’s helpen en ondersteunen wanneer dat nodig is. Het lijkt een open deur, maar het is een hele kunst om te zien wanneer iemand hulp nodig heeft, om uit te stralen dat je bereid bent te helpen. Helpen kost tijd, het is makkelijker om aan een impliciete hulpvraag voorbij te gaan. Bovendien moet je zien te voorkomen dat er een gevoel van superioriteit ontstaat, dat je uitstraalt: ik ben in staat om jou te helpen. Daarnaast is hulp vragen ook niet gemakkelijk: je moet je er kwetsbaar voor opstellen. Om dit binnen een organisatie aan te moedigen, spelen bestuurders een belangrijke rol. Zij kunnen het aan hun medewerkers voordoen. Duale bestuurders kunnen laten zien dat je complementair kunt zijn, dat je niet alles zelf hoeft te kunnen. Weet dus waar je niet goed in bent, en zorg dat iemand anders dat kan aanvullen. 
Collegialiteit draait volgens Marlies om samenwerken aan een gemeenschappelijk doel, elkaar steunen, en elkaar feedback geven, zodat je samen beter wordt. Zij concludeert: ‘Als je in een positie bent waar je collegialiteit kunt ervaren, geniet ervan.’ 


Marlies Ott is bijna 20 jaar aan het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur verbonden geweest. Als programmadirecteur van de Top Class heeft Marlies vele directeuren voorbereid op een bestuursfunctie in de zorg. Zij was niet hun collega, maar steunde hen wel en gaf ook de nodige feedback, met als doel: bijdragen aan goed bestuur in de zorg. Het afscheidssymposium op 3 oktober 2019, met bijdragen van Anja Schouten, politiechef van de eenheid Noord-Holland en Joris van Eijck, directeur zorg bij Menzis, werd geleid door Pauline Meurs, hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg van ESHPM.